EEN REIS IN BOLIVIA 1988

EXIT

36

30

20

10

SORTIE

Door de al laag staande zon ontstond er een prachtig schaduw­effect in de erosiedalen aan de rechterkant van de weg.

Tegen de schemering arriveerden we in Epizana op km 127. Hier ligt een ketting over de weg. Er naast staat een huisje, waar je de peaje moet betalen. Sierlijk reed ik over de ketting heen naar dit huis toe. Maar toen vielen me enkele berispende woorden ten deel. Niemand, maar dan ook niemand mag over te ketting rijden zonder van te voren de peaje betaald te hebben.

We kregen een zeer eenvoudig kamertje voor Bs 12,- in hotel España. Na de cena, die we aten met onze dikke jas aan tegen de kou, zetten we nog een kop Neder­landse koffie met heet water van de zaak.

vrijdag, 5 augustus.


Het was de vorige avond al behoorlijk koud geworden, deze nacht vroor het. Daarbij werden er 's nachts tot bijna vier uur cassettebandjes gedraaid op volle sterkte. We stonden na een niet riante nacht om zeven uur op en ontdekten onmiddel­lijk, dat er een dikke laag ijs op de ruiten van de auto zat en dat we een lekke achterband hadden. Kik verwisselde het wiel vaardig. Naast het alogamiento woonde een bandenplakker, die ons voor Bs 5,- uit de brand hielp. We zetten een kop koffie en probeerden de auto te starten, maar deze bleek problemen te hebben met de lage temperatuur. Kik duwde de auto enkele meters aan en gelukkig konden we daarna een helling afrijden, waardoor de motor aansloeg. Een auto aanduwen op 2800 m schijnt overigens niet echt leuk te zijn.

Bij Monte Puncu dachten we S. tiraquensis te vinden. Die zou daar zeer algemeen zijn. We beklommen de berg, die op onze kaart als Monte Puncu was aangegeven

en vonden grote sulco's met forse, afstaande, zwarte tot donkerbruine dorens. De hoogteme­ter gaf 3200 m aan.

Dit was een interessante vondst, maar hadden we nou wel of niet S. tir­aquensis gevon­den? Van Leo van der Hoeven had ik begrepen, dat hij aan de andere kant van de weg geweest was. We gingen daar heen en vonden een ons onbekende lobivia en een enkele plant van S. ti­raquensis met prachtige barnsteenkleuri­ge dorens.

Natuurlijk moesten daar nog meer planten van dit type staan, maar wij vonden niets. In de buurt waren campesinos bezig aardappels te poten. We vroegen hun, of zij "espinas" wisten te staan en jawel, op de volgende heuvel moesten ze staan. We gingen er vol verwachting heen, maar we vonden niets.

>

<

11