EEN REIS IN BOLIVIA 1988
de planten niet aangetast. Enkele sulco's hadden zelfs knoppen gezet.
Om één uur kwam de taxi voorrijden. We hadden gekozen voor richting Yotala, want uit die buurt waren nog geen sulcorebutia's gesignaleerd. Onderweg begrepen we, hoe dat kon. Afgezien van de hoogte, ongeveer 2200 meter, was er veel akkerland. Toch wilden we de proef op de som nemen en voorbij Yotala beklommen we een heuvel. Je kunt immers nooit weten? Het was een lastige, vrij steile klim over leisteen met hier en daar een struikje om je aan vast te houden. De zon brandde. Onderweg vroeg ik me af, of het niet veiliger geweest zou zijn beneden te blijven, maar ik kwam toch boven. De top van de heuvel leek niet ongunstig voor sulco's, maar ik vond niets anders dan een enkele echinopsis en opuntia.
Mijn afdaling was voor een aantal geiten spectaculair. Ik werd tenminste aandachtig door deze dieren gadegeslagen. Ik bedacht me, dat de zuidkant van de heuvel waarschijnlijk gemakkelijker zou zijn om af te dalen dan de zojuist genomen noordkant.
Ik stuitte echter tot drie keer op een diep ravijn en moest terug tot bijna de top. Uiteindelijk kon ik half glijdend door een droge bedding van een beek naar beneden, waarbij vooral mijn broek aan heftige slijtage onderhevig was. Ik zal dit bergje dan ook niemand aanbevelen te beklimmen.
Als wij deze dag nog wat wilden vinden, moesten we naar een ander gebied, b.v. de cementfabriek, waar we een week geleden geen succes gehad hadden. De chauffeur reed er heen en we vonden een afslag, die uitkwam op het terrein van de fabriek. Er was geen mens te bekennen, dus wij gingen verder tot het eind van de vlakte voor de afgegraven berg.
Inmiddels was de taxi vertrokken en kwam er een vrachtautootje van de fabriek aan met twee heren met een rode helm. Ze maakten ons duidelijk, dat we zwaar in overtreding waren, want natuurlijk mochten wij niet zo maar het terrein van de cementfabriek betreden. We konden ze echter uitleggen, dat we onnozele gringo's waren, die kleine plantjes zochten en spraken deemoedig "desculpe" uit. Daarmee namen ze genoegen en we werden zelfs netjes met hun auto teruggebracht naar de poort.
Na een warme douche bezochten we weer het Europees getinte restaurant. Onderweg kwamen
we onze vriend, de charrango-
30