EEN REIS IN BOLIVIA 1988
moest geloven. We zochten een half uur, maar vonden niets. Toch hield de jongen vol, dat hij ze vorig jaar nog had zien bloeien. Kik vond inmiddels wel lobivia's. Een andere jongen mengde zich nu in de strijd. Hij wist de planten te staan op de volgende heuvelrug. Tijdens de beklimming er van vroeg hij nog eens, hoe ze er uit moesten zien. Dat was geen gunstig signaal. Na korte tijd kwam hij terug met een parodia. Ik legde hem nog eens uit, wat voor plantjes ik zocht en dat deze plantjes zich waarschijnlijk hadden teruggetrokken in de grond. Nu begreep hij het helemaal en rende weg. De heuvelrug zag er wel kansrijk uit, maar ik vond niets en de jongen was verdwenen. Ik ging dus terug naar het alogamiento. Hier moesten Kik en ik enige tijd wachten op de taxi, die kennelijk enkele problemen had. En zie, daar kwam mijn laatste gids aan: hij had de plantjes gevonden en vol trots toonde hij twee kolossale lobivia's!
Van de kloof maakten we heel wat foto's. Daarna ging het non-
In Tarabuco namen we een goede almuerzo en maakten kennis met de herbergier. De man had belangstelling voor ons bezigheden. Hijzelf verzamelde fossielen die bij Tarabuco gevonden waren. Die wilde hij wel laten zien. We vonden het wel leuk, dat deze eenvoudige man zich onledig hield met zo'n hobby. Maar toen kwamen we tot een verrassende ontdekking. De man bleek verbazingwekkend goed
27