EEN REIS IN BOLIVIA 1988
hellingen stonden op deze hoogte vol met neocardenasiana's, waaronder exemplaren van meer dan tien meter hoog.
Bij de brug stonden de Zwitserse jongens, van wie er een tot twee keer toe een lekke band gehad had. Fietsen schijnt niet altijd leuk te zijn.
Na de brug ging het weer omhoog: na drie kilometer waren we weer op 2200 m hoogte.
In Aiquile vonden we gemakkelijk een hotel, "Los Escudos". Het zag er goed uit en
kostte ons Bs 10,-
zondag, 7 augustus.
We begonnen met een kop eigengemaakte Nederlandse koffie. Deze dag kon niet anders dan een sukses worden. We voelden ons prima en bij Aiquile vind je immers van alles! Ons plan was even snel S. mentosa te vinden en daarna de vindplaatsen van HS 13 en HS 27 te zoeken.
Van Gertel hadden we begrepen, dat op bijna iedere heuvel rond Aiquile S. mentosa groeit. Welgemoed beklommen we de eerste de beste heuvel aan de weg naar Mizque. Na een uurtje zoeken gaven we het op.
We dachten van de vindplaats van HS 13 exacte gegevens te hebben. Inderdaad bevond zich op de aangegeven plaats een heuveltje. Daar het de enige heuvel in de buurt was, leken we ons niet te kunnen vergissen. Ook hier brachten we een uur door zonder sukses. We spraken een paar mensen, die ons zeiden, dat hier geen espinas groeiden.
Inmiddels had ik geen zin meer naar HS 27 te zoeken. Molinero leek binnen het bereik en het moest fantastisch zijn S. purpurea te vinden. We vonden de afslag, moesten op een splitsing kiezen en kozen fout. We kwamen ongewild terug in Aiquile, dicht bij de weg naar Sucre. Niet getreurd: bij Novillero waren ook sulco's gevonden. Er bleek zowaar een bord te zijn, dat de afslag naar Novillero aangaf, maar het was geen weg voor een Volkswagen voyage. We begonnen te vermoeden, dat deze dag niet zo succesvol zou zijn.
We reden terug naar Aiquile en een opspringende steen sloeg de uitlaat los. Daar viel door ons niets aan te verhelpen. Met veel geraas reden we verder tot op
14