EEN REIS IN BOLIVIA 1988

EXIT

36

30

20

10

SORTIE

hij vond L. draxleriana en S. swobodae vlak naast de weg. Het jongetje wist een andere plaats. Terwijl ik de planten fotografeerde, ging Kik met het jongetje op pad naar de volgende heuvel. Dat scheen nogal een flinke klim geweest te zijn, maar S. swobodae werd massaal gevonden in allerlei kleuren.

We vervolgden onze weg, die nu snel moeilijker werd, terwijl er zich rechts van ons een ravijn van vele meters diep bevond. Toen we na enige tijd stopten, ontdekte ik pas hoe steil het daar was.///We gingen nog eens zoeken en vonden weer L. draxle­riana, maar geen S. purpurea. We zaten nu op een hoogte van 2850 meter.

Verder rijden leek wel mogelijk, maar we hadden niet veel zin nog eens zo'n stuk weg te trotseren als zoëven. Het leek ons beter terug te gaan. Op de terugweg bleek het jongetje nog vlug enkele planten verzameld te hebben: L. draxleriana en L.obrepanda, waarvan hij er enkele op een stok gestoken had.

De moeilijk doorwaadbare plaats werd weer genomen zonder narigheid. Even later stond er een man langs de weg, die ons naar geelbloeiende cactussen kon brengen. Kennelijk was er gepraat over de gringo's. Geelbloeiende planten? We dachten onmiddellijk aan Weingartia. Dat zou leuk zijn. De man leidde ons een heuvel op en wees de planten aan: Echinopsis. Hij hield vol, dat sommige geel, andere rood zouden bloeien.

Toen we doorreden, zagen we de mensen aan de kant van de weg staan, die geen espinas pequeñas kenden. Zij hadden even een mandje vol uitgegraven met daarbij nog enkele exemplaren L. draxleriana. Deze bleken op de heuvel te groeien vlak bij hun huis. Wij gingen met ze mee om foto's te maken. Het kostte daarbij moeite de mensen er van te weerhouden nog meer planten uit te steken.

Nu wisten we, hoe een heuvel bij Aiquile er uit moest zien om kansrijk te zijn. Kik

besteeg dus vlak voor Aiquile een laat­ste "goede" heuvel en vond dus weer niets. Daarom echter niet getreurd.

Terug in het hotel hadden we heel wat belangstelling. De taalbarriere was niet te groot. Evenals in Epizana begrepen de mensen, dat wij deze planten verzamelden voor studie. De naam Martin Cardenas kenden ze ook heel goed. Interessant voor hun was overigens, dat zij de door ons gevonden cactussen nog nooit eerder gezien hadden, terwijl zij toch dicht bij de standplaatsen van deze planten woon­den.


dinsdag, 9 augustus.

 

We besloten er vandaag een avontuurlijke dag van te maken. Men had ons verteld,

<

>

16