EEN REIS IN BOLIVIA 1988

EXIT

36

30

20

10

SORTIE

dat er een puente over de Rio Mizque was bij Mizque. Wij hadden "puente" vertaald met "brug". Het leek de moeite waard te proberen via Mizque naar Totora te reizen. Eerst moesten we even tanken, want de benzinemeter gaf nog een kwart vol aan. Helaas bleek het tanksta­tion leeg te zijn. Men vertelde ons, dat over twee dagen in Cochabamba benzine zou aankomen, dus in Aiquile een dag of twee dagen later. Dat paste niet in onze plannen. Toen ons werd verteld, dat er in Mizque wel benzine was, was er een probleem opgelost: op naar Mizque.

De weg was heel behoorlijk tot kort voor Estancia Pojo. Daar moesten we door de rivierbedding rijden. Het lukte echter en we reden vrolijk door. Plotseling doemde weer de Rio Mizque voor ons op. Waar we ook keken: we zagen geen brug. Voor ons reed een vrachtauto door de vado. Hij zakte tot 40-50 cm weg in het water. Dit was met onze Volkswagen niet te doen. Het geluk was echter met ons: er was een sluipweg naar links. Die namen we en we kwamen bij een minder diepe doorwaad­bare plaats. Helaas lagen daarachter echter nog twee vado's, die naar mijn gevoel steeds iets dieper waren. Hoe dan ook, we arriveerden in Mizque en vroegen een man aan de kant van de weg, hoe de weg naar Totora was. Hij vertelde ons, dat wij die niet konden rijden. Maar de weg naar Arani was goed. We reden verder, maar voor de zekerheid vroegen we aan een vrachtwa­genchauffeur toch ook nog maar, hoe de weg naar Arani was. Het antwoord was duidelijk: onmogelijk voor onze auto. Daar stonden we dus in Mizque, genoodzaakt terug te rijden naar Aiquile met nog minder benzine.

Gelukkig konden we tanken. Een vrouw goot benzine uit een ton in een emmer. We wilden de tank volgieten, maar er bleek maar zes liter te zijn. De nabije toe­komst zag er even minder rooskleurig uit.

In Aiquile stelden wij ons voor de keuze: enkele dagen blijven wachten of toch naar Totora proberen te rijden. Wij kozen het laatste met de wetenschap, dat wij halverwege zouden kunnen blijven staan. We hadden immers een tent en tien liter water bij ons. Naarmate de weg vorderde groeide onze hoop. De benzi­nemeter gaf al lang aan, dat de tank leeg was, maar we reden door. Blijkbaar reed deze auto ook op lucht.

Uiteindelijk bereikten we Epiza­na. We konden einde­lijk tanken en bleken in Epizana aangekomen te zijn met de laatste drup­pels benzine.

Bij het ons al bekende alogamiento España stond de bandenplak­ker te wachten met nog enkele sulcorebutia's. Hij kon ons met enige moeite enkele planten aanwijzen om te foto­grafe­ren.



<

>

17