EEN REIS IN BOLIVIA 1988
gaan huren.
We waren precies op tijd, maar de baas was al weg. Hij zou om twaalf uur terug komen. We wachtten gelaten in het hotel, maar Kik werd om elf uur ongeduldig en ging toch maar eens kijken. Tijdens zijn afwezigheid bleek, dat de overbuurman van het hotel een vriend had, die ons ook een auto kon leveren. Ik zocht Kik op om hem het nieuws te vertellen. Het zou op zijn minst onze onderhandelingspositie versterken. De eigenaar van de auto liet nog op zich wachten.
Om twaalf uur gingen we eten tegenover het verhuurbedrijf. Juist hadden we een almuerzo besteld, toen de baas thuis kwam. Kik ging er heen en ik bleef achter in het prettige gezelschap van een studente in de medicijnen, die in dit restaurantje een abonnement had op almuerzos.
De onderhandelingen verliepen prima en Kik vertelde tevreden, dat we de auto 's middags om twee uur konden halen. Toen we daar op het afgesproken tijdstip waren, kregen we te horen, dat we moesten wachten tot de volgende dag. Ook de andere auto ging niet door, want de eigenaar wilde niet verhuren.
Om de tijd toch nog zinvol te gebruiken, kozen we de cementfabriek uit om te gaan
zoeken naar S. canigueralii var applanata. We hielden een taxi aan en voor Bs 5,-
's Avonds meenden we een fatsoenlijke maaltijd te moeten nemen: geen cena en geen
vette kip. Bij de Plaza zou toch wel een goed restaurant te vinden zijn. Onderweg
werden we aangesproken door een aardig mannetje, die ons een charrango, een soort
gitaar gemaakt van een gordeldier, wilde verkopen. Hij vroeg ons $ 70,-
We vonden een goed Italiaans restaurant, waar de pizza niet duur, maar wel lekker
was. We stonden nog maar net buiten, of de charrango-
23